De Bourgondische tijd zorgde ervoor dat alle mensen van aanzien naar Brugge kwamen.
Het was wél belangrijk een functie te kiezen die in deze toevloed van belang zou kunnen zijn. Pieter Bladelin (1408-1472) had dat goed begrepen. Hij stelde zich kandidaat en werd ook gekozen tot Schatbewaarder van Brugge, Tresorier van de Orde van het Gulden Vlies, Raadsheer van Filips de Goede, Algemeen Beheerder van alle Hertogelijke Bezittingen, ambassadeur, en was daarnaast een groot mecenas, ondermeer door bestelling van tapijten en schilderijen.
En waar edellieden vertoefden was er ook muziek nodig. Bladelin rolde de rode loper uit voor tal van musici, wat iedereen in Brugge tot vreugde stemde. Hij was het ook die de grote componist Willem Dufay aanwierf voor de hertogelijke muziekkapel.
Onder de blauwe hemel hoefde Bladelin niet te slapen: te Brugge, in de Naaldenstraat, bouwde hij een Hof, dat nog heden ten dage te bewonderen is. Er trokken beroemde huurders in toen hij verhuisde: de Medici en Portinari. Zijn nieuwe Heerlijkheid Middelburg (in Vlaanderen) groeide uit tot een heuse stad. Met Bladelin als patroon kan het Ensemble niet anders dan op een of andere manier enkele muzikale schatten te ‘bewaren’. Bovendien klinkt zijn naam goed: Bladelijn, ‘blaadje’. En noten op hun zang hebben de koorleden ook al …